De anamnese

 

De osteopaat neemt op de eerste plaats de tijd om naar de patiënt te luisteren. In een gestructureerde ondervraging zal hij trachten een ‘rode draad’ te vinden. Naast het aanhoren van de klacht zal hij de patiënt ook vragen stellen over zijn gehele gezondheidstoestand. Hierdoor plaatst hij het letsel van de patiënt in de totale persoon. Op die manier gaat hij op zoek naar de mogelijke oorzaak, naar de kern van het letsel waarmee de patiënt hem komt opzoeken. Het letsel is slechts een signaal waarvan de uiteindelijke oorzaak veel dieper kan liggen. Door de uitgebreide ondervraging ziet men een totaalbeeld opduiken van allerlei, misschien kleine, klachten die uiteindelijk zullen resulteren in een letsel op één bepaalde plaats in het lichaam.

Onderzoek

Daarna zal de osteopaat de verwoorde klachten toetsen aan de daadwerkelijk te vinden bewegingsverliezen in de drie bewegingssystemen: articulair, visceraal en energetisch.

 

Inventaris

 

Aan de hand van de gegevens uit de anamnese en het onderzoek maakt de osteopaat een inventaris op van de klachten van de patiënt in de drie vermelde bewegingssystemen. Daardoor verkrijgt hij een logische verklaring van het letsel geplaatst in de totaliteit van het individu: dit is de holistische benadering!

Veiligheid!

 

Belangrijk is nu dat de osteopaat vaststelt in welke mate de patiënt in aanmerking komt voor een osteopatische behandeling. Immers, enkel mechanisch functionele tekorten kunnen behandeld worden en geen structurele! Het is van uiterst belang te weten wat men kan, maar soms is het belangrijker te weten wat men niet kan!

 

Behandeling

 

Komt de patiënt in aanmerking voor behandeling, dan zal de osteopaat bij middel van manipulaties en zachte weke-delen-technieken deze bewegingsbeperkingen herstellen. Dit herstel zal ook een soort ‘zelfgenezing’ op gang brengen doordat alles weer in zijn juiste verhouding komt ten opzichte van elkaar.

 

Toekomst

 

Tijdens of na de manuele behandeling zal de osteopaat, afhankelijk van de oorzaak van het letsel, de patiënt ook richtlijnen meegeven om dit in de toekomst te voorkomen. Hij zal de vermoedelijke duur van de behandeling uitleggen en wat de verdere evolutie kan zijn.